Wereldwijd wordt er meer dan ooit op houtvuur gekookt, wat zorgt voor veel schadelijke uitstoot. Er zijn milieuvriendelijke en laagdrempelige alternatieven, maar in ontwikkelingslanden slaan die tot dusver onvoldoende aan.
Op de eettafel in het kleine appartementje van Esther Boudewijns (27) in Utrecht staat een cilindervormig kookstelletje. De promovenda aan de Universiteit van Maastricht was deze zomer op vakantie in Frankrijk, waar ze het ding mee naartoe genomen had. Ze vertelt vrolijk hoe ze er samen met haar vriend pannenkoeken op bakte in de zon. Maar daarom staat ie hier nu niet opgesteld. Boudewijns wil het elektrische kooktoestel laten zien, omdat ze denkt dat het cruciaal is om de wereldwijde klimaatcrisis te beteugelen.

Schoon koken-initiatieven zijn nodig
“Hier valt met weinig geld veel klimaatwinst te behalen”, zegt Boudewijns, die als coördinator van de Dutch Spark for Clean Cooking Solutions probeert Nederlandse bedrijven, overheid en ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties samen te brengen en schone kook-initiatieven te stimuleren. “Toch hoor je er nauwelijks over in het klimaatdebat.”
Met de jaarlijkse VN-klimaattop in Egypte minder dan een week verwijderd, hoopt Boudewijns dat landen en organisaties hun budgetten opschroeven. “Op dit moment gaat er wereldwijd jaarlijks zo’n 130 miljoen euro naar schoon koken. Terwijl er jaarlijks 4,5 miljard nodig is om iedereen voor 2030 van schoon koken te voorzien.”
Het klinkt als makkelijke klimaatwinst: met een paar miljard per jaar – op wereldbudget een schijntje – evenveel CO2-uitstoot terugdringen als van de hele luchtvaart. Tegelijkertijd proberen landen, bedrijven en ngo’s al jaren om koken met hout- en houtskool terug te dringen, met slechts beperkt succes. Waarom lukt dit niet?
Slecht voor de gezondheid
Dat schoon koken onderbelicht is in het klimaatdebat, beaamt ook Pieter Pauw, universitair docent klimaatbeleid en klimaatfinanciering aan de TU Eindhoven. “Het is eigenlijk een win-win-win-win-win-situatie”, zegt hij. “Schoon koken is namelijk goed voor zowel het klimaat, als voor gezondheid, als voor de natuur, als voor ontwikkeling, specifiek voor vrouwen. “
Want: bij koken op open vuur komt veel rook vrij. Dat is ongezond. Jaarlijks sterven 3,4 miljoen mensen vanwege ziektes zoals longaandoeningen door koken op open vuur, stelt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Ook kappen mensen nu vaak bomen en bossen voor kookbrandstof, bomen die anders juist CO2 zouden opvangen en vasthouden. Daarnaast zijn vooral vrouwen en kinderen in Afrikaanse landen bezig met koken, wat gemiddeld tien uur per week kost, ook voor het zoeken van brandhout.
Als mensen in een dorp overgaan naar een schoner kookstelletje, kan dat al snel de helft van de uitstoot schelen. Het helpt tegen ontbossing, en boekt gezondheidswinst. En vrouwen en kinderen houden meer tijd over voor andere bezigheden, zoals scholing, wat de ontwikkeling van een land ten goede komt.
Wat voor kookstel dan?
Aan concrete oplossingen lijkt geen gebrek. Boudewijns legt uit dat er verschillende schoon koken-oplossingen zijn, afhankelijk van de situatie en de regio. Want een boerendorp in Rwanda is iets anders dan een sloppenwijk in India. Het simpelst is een verbeterd kookstelletje voor hout, wat al leidt tot efficiënter energieverbruik en kleinere gezondheidsrisico’s.
Het cilindervormige kooktoestel dat Boudewijns zelf heeft staan, van het Nederlandse bedrijf Mimi Moto, werkt dan weer met pellets, een soort samengeperst natuurlijk materiaal, dat nog veel efficiënter is. Ook zijn er installaties waarmee boeren de stront van hun koeien kunnen verwerken tot enerzijds biogas om te koken, en anderzijds mest om het land mee te voeden. In steden kan bio-ethanol juist werken.
Kijkend naar de 2,4 miljard mensen die nu op hout koken, is hier ook een markt voor. Én er is politieke wil, enigszins althans. Onderdeel van de United Nations Foundation is de Clean Cooking Alliance, opgericht in 2010 onder de vleugels van Hillary Clinton en sinds vier jaar geleid door de Nederlandse Dymphna van der Lans. Toegang tot energie is één van de wereldwijde Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s), en schoon koken valt daaronder.
Nederland is daarnaast één van de landen die relatief veel geld geeft om schoon koken-initiatieven van de grond te krijgen. De overheid verhoogde dit jaar zijn ambitie om wereldwijd niet 50 miljoen, maar 100 miljoen extra mensen voor 2030 te voorzien van toegang tot hernieuwbare energie, via elektriciteit of schoon koken.
Bevolking groeit hard(er)
Hoe kan het dan dat ondanks al die inspanningen, en de wereldwijde roep om klimaatactie, het aantal mensen dat kookt op open vuur al jaren niet afneemt? Boudewijns legt uit dat schoon koken wel degelijk terrein wint in Afrika, maar dat dit wordt ingehaald door bevolkingsgroei. “De bevolking in Afrika groeit even snel als het succes van schoon koken, of sneller zelfs.”
Ook zijn er grote verschillen in de kwaliteit tussen schoon koken-projecten. Boudewijns publiceerde hier een overzichtsstudie over in het toonaangevend wetenschappelijke vakblad The Lancet Planetary Health. Of projecten slagen of niet, hangt vooral van af hoé een nieuwe manier van koken in een gemeenschap wordt gepresenteerd. “Mensen zijn al generaties gewend om iets op een bepaalde manier te doen.”
Ze noemt slechte voorbeelden, waarbij ontwikkelingsorganisaties of bedrijven partijen goedkope kooktoesteltjes ‘dumpen’ in een dorp, en vervolgens direct weer weggaan. De kwaliteit van de apparaten is soms slecht, het kan onduidelijk zijn hoe het werkt en wanneer er een onderdeel kapot gaat, is er geen mogelijkheid tot reparatie.

Eetcultuur is lastig te veranderen
Daarnaast is de manier van koken van een gemeenschap een ‘sociale’ opgave, zegt Dymphna van der Lans van de Clean Cooking Alliance. Niet een infrastructurele, zoals het aanleggen van stroomkabels. “Het licht aandoen is geen emotionele beslissing, koken kan dat wel zijn.” Ook Boudewijns legt uit dat de eetcultuur vaak is samengegroeid met het gezamenlijk koken rond een open vuur, en dat ook gerechten hiernaar zijn gevormd. “In India willen mensen graag dat sommig brood een rooksmaak heeft.” Een groot chapati-brood bak je daarnaast ook niet even op een soort campingkookstelletje.
Schoon koken-projecten slagen volgens haar daarom alleen bij een goede samenwerking met lokale bevolkingen en markten. Boudewijns: “Je moet samen met de lokale bevolking kookdemonstraties opzetten, laten zien hoe het werkt en wat je ermee kan maken. Zorg dat er een lokale markt voor komt, en dat lokale mensen de leiding daarin nemen.”
Extra investeringen en subsidies van overheden en fondsen zijn daarnaast vaak nog nodig, omdat een schoon kooktoestel vaak relatief duur is in vergelijking met het inkomen van deze mensen. “Als mensen geen geld hebben voor brandstof, kunnen ze toch weer op zoek gaan naar hout.”
Bij een schoon koken-project in India, zag Boudewijns ook sterk dat wanneer één iemand negatief was over zo’n kookstelletje, de hele groep al snel negatief was. Terwijl wanneer een dorpshoofd in een Afrikaans dorp enthousiast is, het hele dorp mee kan gaan. “Het moet hun oplossing zijn, niet iets waar westerse mensen mee komen.”
CO2-compensatie door bedrijven
Net zoals vervuilende bedrijven hun CO2 willen compenseren door bomen te laten planten, groeit de laatste jaren ook de carbon credit-markt via schoon koken hard. Dan komt doordat schoon koken net zoals bomen planten voor bedrijven een relatief kosteneffectieve manier is om ‘bewezen’ CO2-reductie te bewerkstelligen.
Gold Standard, wereldwijd één van de voornaamste uitgevers van dit soort credits, ziet het aantal projecten groeien. In 2017 verkocht het nog zo’n drie miljoen carbon credits voor schoon koken-projecten aan bedrijven. Dat aantal ligt voor 2022 nu al boven de zeven miljoen. Dit zou moeten betekenen dat dit jaar al 7 miljoen ton CO2 – ongeveer evenveel uitstoot als van 2 miljoen gemiddelde mensen – is bespaard door geld van bedrijven die via schoon koken-projecten hun broeikasgasuitstoot willen compenseren.
Universitair docent Pauw kijkt met een dubbel gevoel naar de impuls van CO2-compensatie voor schoon koken-projecten. “Enerzijds is dit een goed mechanisme om de wereldwijde uitstoot effectief omlaag te brengen.” Anderzijds gaat het volgens hem fout als het Westen volop broeikasgassen blijft uitstoten, maar zich na compensatie CO2-neutraal noemt als er maar genoeg mensen zijn in Afrika die anders zijn gaan koken.
“Als die carbon credits ertoe leiden dat wij op de oude voet door blijven gaan, kan het effect averechts zijn en echte verandering vertragen.” De belangrijkste taak voor bedrijven en consumenten is om hun uitstoot drastisch te verminderen, zegt Pauw. Compensatieprojecten zijn zinvol voor de uitstoot die dan overblijft.
“Afrika is niet de veroorzaker van het wereldwijde klimaatprobleem”, zegt Pauw. Het moet volgens hem duidelijk blijven dat de verantwoordelijkheid voor het terugdringen van uitstoot niet bij lagelonenlanden ligt. Compensatieprojecten mogen daarom nooit bij de bevolking ‘door de strot geduwd worden.’ Pauw verwijst naar eerdere boomplantprojecten, die soms ten nadele zijn van lokale bevolkingen in Zuid-Amerika, Afrika en Indonesië.
Iets doen voor het klimaat? Geld voor schoon koken-projecten is ‘effectieve stap’
Voor gewone mensen die het gevoel hebben dat ze iets willen bijdragen om het klimaatprobleem te verhelpen, maar niet weten wat ze kunnen doen, noemt Boudewijns geld doneren aan schoon koken als effectieve stap. Iedereen kan dat bijvoorbeeld doen via het FairClimateFund, een betrouwbare Nederlandse organisatie die nauw samenwerkt met de lokale bevolking, waar Nederlanders bijvoorbeeld hun CO2-uitstoot kunnen compenseren via het stimuleren van schoon koken-projecten in Afrika.
Boudewijns: “Als je iets voor het klimaat wil doen, kan je het best eerst je uitstoot omlaag brengen.” Maar ook als je nauwelijks vliegt, blijft de ecologische voetafdruk van de gemiddelde Nederlander vrij groot. Sommige Nederlanders proberen daarom hun jaarlijkse CO2 voetafdruk te compenseren via geld aan duurzame initiatieven. Een tientje per maand voor schoon koken kan volgens Boudewijns ‘een mooie eerste stap’ zijn om iets te doen. “En anders dan bij bomen planten, help je hier ook direct mensen mee in hun dagelijkse leven.”
Dit artikel is verschenen op: Een derde van de wereld kookt nog op hout, met evenveel uitstoot als de hele luchtvaartbranche - Trouw door Maarten van Gestel